uitleg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitleg (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·leg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en leg [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitleg | uitleggen |
verkleinwoord | uitlegje | uitlegjes |
Zelfstandig naamwoord
de uitleg m
- een verhaal bedoeld om iets begrijpelijk te maken
- Zijn uitleg maakte het al snel duidelijk.
Synoniemen
Hyponiemen
- bijbeluitleg, koranuitleg, plano-uitleg, schriftuitleg, speluitleg, stadsuitleg, wetsuitleg
Afgeleide begrippen
- uitlegkunde, uitlegtafel
Vertalingen
1. een verhaal bedoeld om iets begrijpelijk te maken
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitleggen |
uitleg
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleggen
- ... dat ik uitleg.
Gangbaarheid
- Het woord uitleg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitleg" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ uitleg op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.