urineleider

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  urineleider    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uri·ne·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord urineleider urineleiders
verkleinwoord urineleidertje urineleidertjes

Zelfstandig naamwoord

deurineleiderm

  1. (anatomie) de buis die loopt tussen het nierbekken en de blaas
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • urineleidertransplantatie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord urineleider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.