vaan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vaan (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vaan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vaan | vanen |
verkleinwoord | vaantje | vaantjes |
Zelfstandig naamwoord
de vaan v / m [3]
- een klein vaandel, meestal driehoekig van vorm
- ijzeren windwijzer
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
- kerkvaan, kruisvaan, oorlogsvaan, tipvaan, windvaan
Afgeleide begrippen
- vaandrager, vaanstand, vanenburg
Uitdrukkingen en gezegden
- een vaantje strijken
overlijden
- het vaan van de opstand planten
een opstand beginnen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord vaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vaan" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "vaan" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vaan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.