vertaler
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vertaler (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈtalər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ver·ta·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vertaler | vertalers |
verkleinwoord | vertalertje | vertalertjes |
Zelfstandig naamwoord
de vertaler m
- (beroep) (taalkunde) iemand die geschreven tekst overzet van de ene taal naar een andere
- ▸ De andere genomineerden zijn Henry Corver voor het poëtische essay Pelgrim langs Tinker Creek van Annie Dillard, Hans Kloos voor de roman-in-dichtvorm Hier maak ik mijn stad van Robin Robertson en Irma Pieper, de vaste vertaler van Karel Capek, voor zijn roman Hordubal.[2]
Hyponiemen
- tolk, tolk-vertaler, Bijbelvertaler, kattenvertaler, freelancevertaler
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord vertaler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vertaler" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Emilia Menkveld“Vijf Nederlandse vertalers maken kans op Filterprijs 2020” (13 maart 2020), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.