vliv

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /vlɪf/
Woordafbreking
  • vliv

Zelfstandig naamwoord

vliv monbezield

  1. invloed; inwerking van een persoon, zaak of omstandigheid op een andere
    «Karel Havlíček Borovský měl vliv na pozdější generace novinářů.»
    Karel Havlíček Borovský had invloed op latere generaties journalisten.
  2. invloed; het vermogen om op de omgeving in te werken
    «Zdejší mírné klima má vliv na vegetační období rostlin.»
    Het locale gematigde klimaat heeft invloed op het groeiseizoen van planten.
Verbuiging
Synoniemen
  1. moc v
  2. dopad monbezield, účinek monbezield, působení o
Afgeleide begrippen
  • vlivný
  • vlivuplný
Typische woordcombinaties
  • pod vlivem
Verwante begrippen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.