voile
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voile (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvwalə / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- voi·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voile | voiles |
verkleinwoord | voiletje | voiletjes |
Zelfstandig naamwoord
de voile m
- (hoofddeksel) korte wijdmazige, van een dameshoed afhangende, sluier
- ▸ Terwijl zij met een vermoeid gebaar een kam uit haar handtasje tevoorschijn haalde, sprak zij: ,,Complimenten van mgn man, meneer Heymans, en of u voor mij maar iets koketterigs met een voile wilt maken, want achter zo'n voile verborgen lijkt mijn gezicht nog heel wat beweert hij, omdat dan de rimpels niet zo opvallen. Wat vindt u daarvan; ikzelf zou er uren lang om kunnen huilen want wat is het toch erg om oud te worden."[4]
- 1. Tekening van een vrouw die een hoed met voile draagt.
Synoniemen
- vole, vool (minder gangbare uitspraakvarianten)
Vertalingen
1.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voile | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
voile o, m
- geen meervoud (textiel) weefsel van fijne stof in effenbinding, dat door wijde mazen wat doorzichtig is
- ▸ Ook het „alternatieve" gordijn is er gekomen. Grove materialen, zgn. „open weave" in paars, bruin, oranje, beige en groen wijzen erop, dat niet de vitrage aan het verdwijnen is, maar het overgordijn. Daarnaast blijkt voile in België en Frankrijk van oudsher populair — de laatste vijf jaar ook in ons land gretig aftrek te vinden.[5]
- 1. Een gordijn van voile.
Anagrammen
Gangbaarheid
- Het woord voile staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voile" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ voile op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "voile" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Met een voile bent u mooier” (8 juli 1960) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Edith Kruidhof“Onze vitrages tieren nog welig” (22 april 1972) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
- Geluid: voile (hulp, bestand)
- IPA: /vwal/
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
voile | le voile | voiles | les voiles |
voile m
- (textiel) doek [1]
- (textiel) gordijn
- (hoofddeksel) voile
- (figuurlijk) sluier
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
voile | la voile | voiles | les voiles |
voile v
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voiler |
voile
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van voiler
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van voiler
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van voiler
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.