zeilboot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zeilboot (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zeil·boot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zeil ww en boot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeilboot | zeilboten |
verkleinwoord | zeilbootje | zeilbootjes |
Zelfstandig naamwoord
de zeilboot v / m
- (scheepvaart) een boot waarmee gezeild kan worden
- ▸ Weliswaar was het Afrikaanse geld de absolute voorwaarde voor baron Von Freital geweest, tot aan de bruiloftsdag van zijn dochter beschouwde hij zichzelf als haar eigenaar, met dezelfde vanzelfsprekendheid waarmee hij zeilboten en kastelen bezat.[1]
Synoniemen
Vertalingen
1. een boot waarmee gezeild kan worden
|
|
Gangbaarheid
- Het woord zeilboot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeilboot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.