volkswijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  volkswijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • volks·wijk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord volkswijk volkswijken
verkleinwoord volkswijkje volkswijkjes

Zelfstandig naamwoord

devolkswijkv/m

  1. een wijk van een stad waar het volk woont.
     Zelfs met een flinke som geld en extra aandacht lukt het niet om een oude, arme volkswijk in een paar jaar te veranderen in een moderne stadswijk waar het goed toeven is. Dat blijkt in Oud-Crooswijk in Rotterdam, vijf jaar geleden volgens het Sociaal- en Cultureel Planbureau (SCP) de armste wijk van Nederland.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord volkswijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Oud-Crooswijk was armste wijk, miljoenen verder gaat het iets beter” (02-10-2021), NOS
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.