vrijdom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vrijdom    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vrij·dom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrijdom vrijdommen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

devrijdomm

  1. [1] het vrijgesteld zijn van een plicht
  2. [2] vrijheid
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vrijdom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
49 %van de Nederlanders;
57 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.