waterbed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  waterbed    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwatərˌbɛt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wa·ter·bed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterbed waterbedden
verkleinwoord waterbedje waterbedjes

Zelfstandig naamwoord

hetwaterbedo

  1. een bed waarvan het matras gevuld is met water
    • Ik kan erg goed slapen op dat nieuwe waterbed. 
  2. bedding van sloot of rivier, waterbedding
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord waterbed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

enkelvoud meervoud
waterbed waterbeds

Zelfstandig naamwoord

waterbed

  1. waterbed
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.