waterpeil

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  waterpeil    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wa·ter·peil
1 enkelvoud meervoud
naamwoord waterpeil -
verkleinwoord - -
2 enkelvoud meervoud
naamwoord waterpeil waterpeilen
verkleinwoord waterpeiltje waterpeiltjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hetwaterpeilo

  1. de hoogte van het water, de waterhoogte
    • Het waterpeil is momenteel erg laag. 
  2. een instrument om de waterhoogte te meten
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord waterpeil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.