waterpijp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  waterpijp    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwaterˌpɛip/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wa·ter·pijp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterpijp waterpijpen
verkleinwoord waterpijpje waterpijpjes

Zelfstandig naamwoord

dewaterpijpv/m

  1. leiding waardoor water loopt
  2. rookgerei voor tabak of hasj, waarbij de rook door water wordt geleid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord waterpijp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.