wei

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wei    (hulp, bestand)
  • IPA: /wɛi/ (1 lettergreep); /ʋɛɪ/
Woordafbreking
  • wei
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘restvloeistof bij kaasmaken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1330 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord wei weien
verkleinwoord weitje weitjes

Zelfstandig naamwoord

deweiv/m

  1. een stuk grasland voor begrazing door vee
    • Er staan in die wei een paar geiten. 
  2. (drinken) een vloeistof die ontstaat als restproduct bij het kaasmaken
    • Zit er nog wei in de emmer? 
  3. vloeibaar deel van het bloed dat overblijft na verwijdering van de bloedcellen en de stolstof, bloedplasma
Gelijkklinkende woorden
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Anakalangu

Zelfstandig naamwoord

wei

  1. water
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.