well

Engels

Naar frequentie 82
Uitspraak
  • Geluid:  well (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /wɛl/
stellend vergrotend overtreffend
wellbetterbest

Bijwoord

well

  1. goed [1], wel
    «Add the meatballs and stir to mix well
    Voeg de gehaktballen toe en roer door om alles goed te mengen.
enkelvoud meervoud
well wells

Zelfstandig naamwoord

  1. put
  2. boorput
  3. (techniek) koker, schacht
  4. inktpot
  5. pomphuis
  6. (visserij) kaar [2]
  7. diepe ruimte
  8. (juridisch) advocatenbank
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.