winkeljuffrouw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  winkeljuffrouw    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɪŋkəl.jʏˈfrɑu/
Woordafbreking
  • win·kel·juf·frouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord winkeljuffrouw winkeljuffrouwen
verkleinwoord winkeljuffrouwtje winkeljuffrouwtjes

Zelfstandig naamwoord

dewinkeljuffrouwv

  1. (beroep) een vrouw die beroepsmatig in een winkel, een supermarkt, een warenhuis of buiten werkt, met name klanten bedient, waren verkoopt of achter de kassa zit
    • Hij knevelde er de 21-jarige winkeljuffrouw en sleurde haar mee naar de voorraadkamer. Daar randde hij haar aan en gaf ze slagen en 18 messteken. [1] 
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord winkeljuffrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Krant: Het Nieuwsblad van 18 oct 2006
    Dertig jaar cel voor moordpoging op winkeljuf
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.