wintermantel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wintermantel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- win·ter·man·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van winter zn en mantel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wintermantel | wintermantels |
verkleinwoord | wintermanteltje | wintermanteltjes |
Zelfstandig naamwoord
de wintermantel m [1]
- (kleding) een dikke, warme overjas voor de wintermaanden
- ▸ Al dagen gaat Groot-Brittannië gebukt onder ijzige temperaturen en zware sneeuwval. Maar de traditie wil dat de 'guards' bij het begin van de lente overschakelen op hun typische rode zomeruniform. De grijze wintermantel moet dus weer de kast in.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord wintermantel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Koninklijke 'guards' in zomertenue” (Zaterdag 23 maart 2013, 18:09), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.