zaadleider

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zaadleider    (hulp, bestand)
  • IPA: /'zadlɛɪdər/
Woordafbreking
  • zaad·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zaadleider zaadleiders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dezaadleiderm

  1. een buis waardoor het zaad van de bijballen naar de penis vervoerd wordt
    • Op dit plaatje is de plaats van o.a. de zaadleider weergegeven. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zaadleider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.