zeggenschap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zeggenschap    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzɛɣə(n)ˌsxɑp/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈzεχә(n)ˌsχɑp/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈzεɣә(n)ˌsxɑp/
Woordafbreking
  • zeg·gen·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeggenschap -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zeggenschap v of o

  1. het recht om over iets te beslissen
    • Krijg ik ook nog zeggenschap in deze beslissing? 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zeggenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.