zeilplank

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zeilplank    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zeil·plank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeilplank zeilplanken
verkleinwoord zeilplankje zeilplankjes

Zelfstandig naamwoord

dezeilplankv/m

  1. een plank waarop men surft
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zeilplank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.