zekering

Niet te verwarren met: verzekering

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zekering    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ze·ke·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘metaaldraad die bij overbelasting stroom onderbreekt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1911 [1]
  • Naamwoord van handeling van zekeren met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord zekering zekeringen
verkleinwoord zekeringetje zekeringetjes

Zelfstandig naamwoord

dezekeringv

  1. (elektronica), (elektrotechniek) een element van een stroomkring dat doorbrandt of op andere wijze een te grote stroombelasting verhindert
    • Door de kortsluiting brandden alle zekeringen door. 
  2. (sport) een mechaniek in de klimsport dat verhindert dat de klimmer bij een val ernstig letsel kan oplopen
    • Er werd een taakstraf geëist tegen degene die de zekering had afgedaan, waardoor de klimmer om het leven kwam. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • autozekering
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zekering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.