zonder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zonder    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzɔndər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zon·der
Woordherkomst en -opbouw

Voorzetsel

  1. in afwezigheid van.
    • We gaan zonder Jan, ik film zonder hulpmiddelen, zonder twijfel. 
     Zonder een hap te eten en met mijn kleren nog aan viel ik meteen in slaap.[2]
Antoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen

Voegwoord

zonder

  • Zonder er eerst over na te denken, kon ik het niet zeggen.

Werkwoord

vervoeging van
zonderen

zonder

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zonderen
    • Ik zonder. 
  2. gebiedende wijs van zonderen
    • Zonder! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zonderen
    • Zonder je? 

Gangbaarheid

  • Het woord zonder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.