zonnebad

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zonnebad    (hulp, bestand)
  • IPA: /zɔnəbɑt/
Woordafbreking
  • zon·ne·bad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zonnebad zonnebaden
verkleinwoord zonnebadje zonnebadjes

Zelfstandig naamwoord

hetzonnebado

  1. het doelbewust de huid aan de stralen van de zon blootstellen om bruin te worden
    • Met mate is een zonnebad een goede manier om vitamine D te vormen, maar in overmaat is er gevaar voor huidkanker. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zonnebad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.