zwijggeld

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwijggeld    (hulp, bestand)
  • IPA: /'zʋɛɪxɛlt/
Woordafbreking
  • zwijg·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwijggeld zwijggelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetzwijggeldo

  1. omkoopsom bedoeld om iemand zijn mond te laten houden over een zaak die niet in orde is
    • Met dreigementen en zwijggeld slaagde de corrupte bewindsman erin aan de macht te blijven. 
     Janine wilde zwijggeld.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zwijggeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Victoria Holt
    “Een waaier van geluk” (1988), Saga, ISBN 9788726484939
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.