Griekenland

Nederlands

demoniem
inwoner Griek
vrouwelijke inwoner Griekse
bijvoeglijk Grieks
Uitspraak
  • Geluid:  Griekenland    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣrikə(n)ˌlɑnt/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈχrikə(n)ˌlɑnt/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈɣrikə(n)ˌlɑnt/
    • (Limburg): /ˈɣrikə(n)ˌlɑnd/
Woordafbreking
  • Grie·ken·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord GriekenlandGriekenlands -
verkleinwoord -- -

Griekenland o

  1. (toponiem: land) een land in het zuiden van Europa
    • Vijf jaar na het begin van de Europese staatsschuldencrisis: "Griekenland moet van eurolanden echt aan het werk". [1] 
     Deze waren weer geïnspireerd door de talloze standbeelden en atletische representaties (bijvoorbeeld op Griekse vazen) die oudheidkundigen en handelaars in groten getale vanuit Italië en Griekenland verscheepten naar de verzamelingen van vorsten en rijke Europeanen.[2]
     Als Griekenland de bestemming wordt van vroegmoderne reizigers uit West- Europa, gaat men ook op zoek naar het antieke Olympia.[2]
Verwante begrippen
Landen in Europa in het Nederlands
AlbaniëAndorraArmeniëAzerbeidzjanBelgiëBosnië en HerzegovinaBulgarijeDenemarkenDuitslandEstlandFinlandFrankrijkGeorgiëGriekenlandGroenlandHongarijeIerlandIJslandItaliëKazachstanKroatiëLetlandLiechtensteinLitouwenLuxemburgNoord-MacedoniëMaltaMoldaviëMonacoMontenegroNederlandNoorwegenOekraïneOostenrijkPolenPortugalRoemeniëRuslandSan MarinoServiëSloveniëSlowakijeSpanjeTsjechiëTurkijeVaticaanstadVerenigd KoninkrijkWit-RuslandZwedenZwitserland
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'Griekenland' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. www.nu.nl
  2. 1 2
    Onno van Nijf
    “Sportgeschiedenis” (2021), Athenaeum - Polak & Van Gennep , ISBN 9789025312275