čtyřstrunný

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tʃtɪr̝̊strʊniː/
Woordafbreking
  • čtyř·strun·ný
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het telwoord čtyři en het bijvoeglijk naamwoord strunný.

Bijvoeglijk naamwoord

čtyřstrunný

  1. (muziek) viersnarig; vier snaren hebbend.
Verbuiging


Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.