's vrijdags

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  's vrijdags    (hulp, bestand)
  • IPA: /sˈfrɛidɑxs/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • 's vrij·dags
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

's vrijdags

  1. (tijdrekening) op vrijdagen
    • Hij ging 's vrijdags vaak naar de markt. 
     Hoe kunnen zij van hun vrijheid genieten als zij 's vrijdags tot bedtijd in de auto moeten doorbrengen en 's zondags na lunchtijd aan de terugweg beginnen?[1]
Synoniemen
Opmerkingen
  • Omdat de opeenvolging sv aan het begin van een lettergreep in het Nederlands niet gemakkelijk is uit te spreken, wordt 's vrijdags meestal verder verkort tot vrijdags. [2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 's vrijdags staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    J.J. Peereboom
    “Spelen met kentekens; Geef Noord-Holland zijn G terug” (15 mei 1996) op nrc.nl
  2. Weblink bron “’s Zaterdags / zaterdags” (28 januari 2020) op onzetaal.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.