dinsdags
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dinsdags (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dins·dags
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | dinsdags |
verbogen | dinsdagse |
partitief | dinsdags |
Bijvoeglijk naamwoord
dinsdags
- (tijdrekening) op de dinsdag betrekking hebbend
- Lekker onbezorgd een dinsdags terrasje doen in Leuven!
Bijwoord
dinsdags
- (tijdrekening) op dinsdagen
- We gaan dinsdags meestal winkelen.
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord dinsdags staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dinsdags" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.