Aadler

Nedersaksisch

enkelvoud meervoud
naamwoord Aadler Aadler / Aadlers
verkleinwoord
Uitspraak
  • IPA: /ɑːdlɐ/
Woordafbreking
  • Aad·ler

Zelfstandig naamwoord

Aadler

  1. (havikachtigen) arend, adelaar
Schrijfwijzen
  • Oodler
Hyperoniemen
  • Griepvagel
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • Aadlerogen
  • Fischaadler
  • Kaiseraadler
  • Schellaadler
  • Seeaadler
  • Slangenaadler
  • Steenaadler / Steinaadler
  • Steppenaadler
Verwante begrippen
  • Vagel / Vogel
  • Warveldeerten

Eigennaam

Aadler

  1. (sterrenbeeld) Adelaar, Arend; sterrenbeeld noordelijk van de dierenriem

Meer informatie


Luxemburgs

Uitspraak
  • IPA: /aːdlɐ/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Middelhoogduitse adler / adelar / adelare
enkelvoud meervoud
Aadler Aadler / Aadleren

Zelfstandig naamwoord

Aadler

  1. (havikachtigen) arend, adelaar
Schrijfwijzen


Oost-Fries

enkelvoud meervoud
naamwoord Aadler Aadlers
verkleinwoord
Uitspraak
  • IPA: /ɑːdlɐ/

Zelfstandig naamwoord

Aadler

  1. (havikachtigen) arend, adelaar
Synoniemen


Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈaːdlɐ /
Woordafbreking
  • Aad·ler
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Duitse woord  Adler zn 
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Aadlerder AadlerAadlerdie Aadler
datief me Aadlerem AadlerAadlerde Aadler
accusatief en Aadlerder AadlerAadlerdie Aadler

Zelfstandig naamwoord

Aadler, m

  1. (havikachtigen) adelaar, arend
  2. de hele pit van een halve walnoot
  3. de hele pit van een halve hickorynoot
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2]: Aadler roppe
de hele pit van een halve walnoot verwijderen
  • [3]: Aadler roppe
de hele pit van een halve hickorynoot verwijderen
Opmerkingen

Meer informatie

Riograndenser Hunsrückisch

Uitspraak
  • IPA: /ɔːtlɐ/
  • Geluid:  Aadler    (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Middelhoogduitse adler / adelar / adelare

Zelfstandig naamwoord

Aadler m

  1. (havikachtigen) arend, adelaar
    «Där hod Aue wie en Aadler
    Hij heeft ogen als een arend.


Westfaals

Zelfstandig naamwoord

Aadler

  1. (havikachtigen) (Münsterlands) arend, adelaar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.