Bels
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / bɛls /
Woordafbreking
- Bels
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Duitse woord Pelz zn , dat van de Middelhoogduitse woorden bellīz zn , bellez en belz zn komt, dat weer van het Oudhoogduitse woord pelliz zn komt met afkomst van het Latijnse woord pellīcia zn
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Bels | der Bels | Belse | die Belse |
datief | me Bels | em Bels | Belse | de Belse |
accusatief | en Bels | der Bels | Belse | die Belse |
Zelfstandig naamwoord
Bels, m
- [1]: Baerehaut
Berenvacht - [2]: En Belsmandel
Een pelsmantel
Hyponiemen
- Rauhbels zn
- Schofbels zn
Afgeleide begrippen
- belsich bn
- Belskap zn
- Belsnickel zn
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.