Geld
Niet te verwarren met: geld |
Duits
Zelfstandig naamwoord
Geld, o
Luxemburgs
Zelfstandig naamwoord
Geld, o
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- Geld
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Geld | es Geld | ||
datief | me Geld | em Geld | ||
accusatief | en Geld | es Geld |
Zelfstandig naamwoord
Geld, o
- (financieel) geld
- «Die Leit in Brazil sin net so froh as ihre Regiering so viel Geld ausgewwe hot.»
- De mensen van Brazilië zijn niet zo blij dat hun regering zoveel geld heeft uitgegeven.
- «Die Leit in Brazil sin net so froh as ihre Regiering so viel Geld ausgewwe hot.»
Opmerkingen
Riograndenser Hunsrückisch
Zelfstandig naamwoord
Geld, o
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.