Geld

Niet te verwarren met: geld

Duits

Zelfstandig naamwoord

Geld, o

  1. (financieel) geld

Luxemburgs

Zelfstandig naamwoord

Geld, o

  1. (financieel) geld

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Geld
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Geldes Geld
datief me Geldem Geld
accusatief en Geldes Geld

Zelfstandig naamwoord

Geld, o

  1. (financieel) geld
    «Die Leit in Brazil sin net so froh as ihre Regiering so viel Geld ausgewwe hot.»
    De mensen van Brazilië zijn niet zo blij dat hun regering zoveel geld heeft uitgegeven.
Opmerkingen

Riograndenser Hunsrückisch

Zelfstandig naamwoord

Geld, o

  1. (financieel) geld
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.