Gnochefraass
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈgnɔxəfraːs /
Woordafbreking
- Gno·che·fraass
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van Duits: Knochenfraß zn "beenbederf"
- Samenstelling van Gnoche zn "been" en Fraass zn "bederf"
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Gnochefraass | der Gnochefraass | - - - | - - - |
datief | me Gnochefraass | em Gnochefraass | - - - | - - - |
accusatief | en Gnochefraass | der Gnochefraass | - - - | - - - |
Zelfstandig naamwoord
Gnochefraass, m, geen meervoud
- (medisch) beenbederf, cariës (van een been)
- (medisch) tandbederf, cariës (van een tand)
- [2]: Gnochefraass
Tandbederf (Cariës)
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.