Gnoche
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈgnɔxə /
Woordafbreking
- Gno·che
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van Duits: Knochen "been", "bot", dat op Middelhoogduits: knoche en Middelnederduits: knake en knoke teruggaat
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Gnoche | der Gnoche | Gnoche | die Gnoche |
datief | me Gnoche | em Gnoche | Gnoche | de Gnoche |
accusatief | en Gnoche | der Gnoche | Gnoche | die Gnoche |
Zelfstandig naamwoord
Gnoche, m
- Gnoche
Botten
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
- Gnechel zn
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.