Grad

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Grad
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Grades GradGraddie Grad
datief me Gradem GradGradde Grad
accusatief en Grades GradGraddie Grad

Zelfstandig naamwoord

Grad

  1. (eenheid), (natuurkunde) graad
    «Dunnerschdaag waar es 55 Grad F.»
    Donderdag waren er 55 graden F.
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.