Grapengut

Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈɡʁaːpənɡuːt /
Woordafbreking
  • Gra·pen·gut
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
nominatief das Grapengutdie Grapengüter
genitief des Grapengutsder Grapengüter
datief dem Grapengutden Grapengütern
accusatief das Grapengutdie Grapengüter

Zelfstandig naamwoord

Grapengut' [1], o

  1. (historisch), (metallurgie) het metaalmengsel van koper, tin en ijzer voor het gieten van driebenige kookpotten (Duits: Grapen)
    «Im Jahre 1788 ließ der damalige Förster Schröder einen Glockenturm erbauen und schenkte der Gemeinde eine Glocke von Grapengut mit seinem Namen und der Jahreszahl 1788 versehen.»
    In 1788 liet de toenmalige boswachter Schröder een klokkentoren bouwen en gaf de gemeente een klok uit metaalmengsel (Duits: Grapengut) voor het gieten van driebenige kookpotten (Duits: Grapengut) met zijn naam en het jaartal 1788 erop.
  2. (historisch), (handel) driebenige kookpotten (Duits: Grapen) als handelswaren
Synoniemen
  1. GRAPENGUT, f., Deutsches Wörterbuch von Jacob Grimm und Wilhelm Grimm, digitalisierte Fassung im Wörterbuchnetz des Trier Center for Digital Humanities, Version 01/21, abgerufen am 26.03.2021
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.