Schenkelgnoche

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈʃɛŋkəlgnɔxə /
Woordafbreking
  • Schen·kel·gno·che
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Schenkelgnocheder SchenkelgnocheSchenkelgnochedie Schenkelgnoche
datief me Schenkelgnocheem SchenkelgnocheSchenkelgnochede Schenkelgnoche
accusatief en Schenkelgnocheder SchenkelgnocheSchenkelgnochedie Schenkelgnoche

Zelfstandig naamwoord

Schenkelgnoche, m

  1. (anatomie) schenkelbeen, femur
Opmerkingen
  • Duits:  Schenkelknochen zn , m
  • Engels:  thighbone zn 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.