Schpotyaahr

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ʃpɔtjaːɾ /
Woordafbreking
  • Schpot·yaahr
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Schpotyaahres SchpotyaahrSchpotyaahredie Schpotyaahre
datief me Schpotyaahrem SchpotyaahrSchpotyaahrede Schpotyaahre
accusatief en Schpotyaahres SchpotyaahrSchpotyaahredie Schpotyaahre

Zelfstandig naamwoord

Schpotyaahr, o

  1. (tijdrekening) herfst, najaar
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  •  schpotyaahrs bw 
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.