Suppefleesch
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈzʊpəfleːʃ /
Woordafbreking
- Sup·pe·fleesch
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Suppefleesch | es Suppefleesch | - - - | - - - |
datief | me Suppefleesch | em Suppefleesch | - - - | - - - |
accusatief | en Suppefleesch | es Suppefleesch | - - - | - - - |
Zelfstandig naamwoord
Suppefleesch, o, geen meervoud
- Suppefleesch
Soepvlees
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.