aanbevelingsbrief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanbevelingsbrief    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈambəvelɪŋsˌbrif/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·be·ve·lings·brief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanbevelingsbrief aanbevelingsbrieven
verkleinwoord aanbevelingsbriefje aanbevelingsbriefjes

Zelfstandig naamwoord

deaanbevelingsbriefm

  1. (formeel) een brief waarin men iets of iemand aanbeveelt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanbevelingsbrief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord aanbevelingsbrief aanbevelingsbriewe

Zelfstandig naamwoord

aanbevelingsbrief

  1. aanbevelingsbrief
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.