aftroggelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aftroggelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑftrɔɣələ(n)/
Woordafbreking
  • af·trog·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aftroggelen
troggelde af
afgetroggeld
zwak -d volledig

Werkwoord

aftroggelen

  1. overgankelijk door aanhoudende vriendelijke bede en zoet gevlei iets van iemand verkrijgen, op slinkse manier loskrijgen
    • Oplichters zijn erg creatief en zoeken steeds nieuwe manieren om mensen geld af te troggelen. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aftroggelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.