almacht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  almacht    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑɫmɑxt/
Woordafbreking
  • al·macht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord almacht -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dealmachtv/m

  1. absolute macht, macht over alles
    • Van god wordt gezegd dat hij almacht heeft. 
     In zijn leerstellingen keurde Al-Ghazali de ideeën van Aristoteles af; dat gold ook voor andere ideeën die de almacht van God tegenspraken.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord almacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. almacht op website: Etymologiebank.nl
  2. Antonio Padilla
    “Fabeachtige getalen en waar ze te vinden” (2023), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026353512
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.