antigen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  antigen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • an·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van gen met het voorvoegsel anti-
enkelvoud meervoud
naamwoord antigen antigenen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetantigeno

  1. (biologie) een molecuul dat in staat is een reactie van het afweersysteem op te wekken, waarbij antistoffen worden aangemaakt
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord antigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
45 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /antɪgɛn/
Woordafbreking
  • an·ti·gen

Zelfstandig naamwoord

antigen m onbezield

  1. (biologie) antigeen
Verbuiging
Afgeleide begrippen
  • antigenní

Verwijzingen

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.