asbak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  asbak    (hulp, bestand)

IPA: /ˈɑzbɑk/

Woordafbreking
  • as·bak
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van as "verbrandingsrest" en bak.
enkelvoud meervoud
naamwoord asbak asbakken
verkleinwoord asbakje asbakjes

Zelfstandig naamwoord

deasbakm

  1. opvangbak voor as en peuken van sigaretten en sigaren
    • Vroeger waren er in de treinen en bussen asbakken aanwezig want in trein en bus mocht je gewoon roken. 
    • Hockney houdt zijn sigaret omhoog, de askegel valt op de grond. ‘Heeft iemand een asbak voor David?’ [1] 
     Ik drukte mijn sigaret uit in de bloempot die ons tot asbak had gediend. Hij deed hetzelfde en sprong overeind om zich over mijn bagage te ontfermen.[2]
Synoniemen
  • (Zuid-Nederland) assenbak
Verwante begrippen
Overerving en ontlening
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord asbak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Indonesisch

Zelfstandig naamwoord

asbak

  1. asbak
Woordherkomst en -opbouw
  • Het is een van de Indonesische woorden van Nederlandse oorsprong.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.