autosport
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: autosport (hulp, bestand)
- IPA: / ˈotoˌspɔrt / (3 lettergrepen); / ˈɑutospɔrt /
Woordafbreking
- au·to·sport
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van auto en sport
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autosport | autosporten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de autosport v / m
- (sport) verzamelnaam voor wedstrijden die verreden worden met een gemotoriseerd voertuig met vier of meer wielen
Hyperoniemen
Vertalingen
1. verzamelnaam voor wedstrijden die verreden worden met een gemotoriseerd voertuig met vier of meer wielen
Gangbaarheid
- Het woord autosport staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "autosport" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.