autosport

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  autosport    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈotoˌspɔrt/ (3 lettergrepen); / ˈɑutospɔrt /
Woordafbreking
  • au·to·sport
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autosport autosporten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deautosportv/m

  1. (sport) verzamelnaam voor wedstrijden die verreden worden met een gemotoriseerd voertuig met vier of meer wielen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord autosport staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.