bagno

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bagno    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bag·no
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘deportatieoord’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • van het Italiaanse 'bad' [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bagno bagno's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetbagnoo [3]

  1. (geschiedenis), (bouwkunde) gevangenis voor galeislaven
    • In 1531 was er, voor zover bekend, slechts één bagno in Algiers: dat van Barbarossa. Maar hun aantal groeide gestaag. Daar houden zij de "christengevangenen achter slot en grendel", schreef Miguel de Cervantes, die van 1575 tot 1580 in Algiers gevangen zat. [4] 
  2. (verouderd) overzees strafkamp met dwangarbeiders
    • Dat hare vassal-staten het niet deden heeft menig Hollandsch matroos, zuchtende onder 'tjuk der slavernij in 't bagno van Algiers, tot zijn schade ondervonden [5] 
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bagno staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
20 %van de Nederlanders;
20 %van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

Italiaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈbaɲɲo/
Woordafbreking
  • ba·gno

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
bagno bagni

bagno m

  1. bad
  2. (vertrek) badkamer
  3. (vertrek) toilet, wc
  4. (zwemmen) (het) baden, (het) zwemmen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.