bash
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bash (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bash
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bashen |
bash
Gangbaarheid
- Het woord bash staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /bӕʃ/
Woordafbreking
- bash
Woordherkomst en -opbouw
- Oorsprong onbekend.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to bash |
he/she/it | bashes |
verleden tijd | bashed |
voltooid deelwoord |
bashed |
onvoltooid deelwoord |
bashing |
gebiedende wijs | bash |
Werkwoord
bash
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- bash away
- bash on
- bash out
- bash up
- basher
enkelvoud | meervoud |
---|---|
bash | bashes |
Zelfstandig naamwoord
[A] bash
Synoniemen
Zelfstandig naamwoord
[B] bash
- boerenkermis (VK)
- feest (VK)
- feestviering (VK)
- fuif (VK)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.