dreun

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dreun    (hulp, bestand)
  • IPA: /drøn/
Woordafbreking
  • dreun
enkelvoud meervoud
naamwoord dreun dreunen
verkleinwoord dreuntje dreuntjes

Zelfstandig naamwoord

dedreunm

  1. een luid laag geluid
    • Er klonk een dreun toen het gevaarte omviel. 
  2. een harde klap
    • Hij verkocht hem een harde dreun. 
Synoniemen

[2] aai baffer hengst houw klap knal lel mep opdoffer opdonder opduvel oplawaai oplazer opsodemieter opstopper optater peut poeier ram slag stomp watjekouw

Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
dreunen

dreun

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dreunen
    • Ik dreun. 
  2. gebiedende wijs van dreunen
    • Dreun! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dreunen
    • Dreun je? 

Gangbaarheid

  • Het woord dreun staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.