bibi

Balinees

Zelfstandig naamwoord

bibi

  1. (familie) tante, jongere zuster van vader of moeder

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

bibi m

  1. (spreektaal) hoedje [1]

Persoonlijk voornaamwoord

bibi

  1. (spreektaal) ik, mij
    «Ce fric est à bibi
    Die poen is van mij. [1]

Verwijzingen

Indonesisch

Woordafbreking
  • bi·bi
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

bibi

  1. (familie) tante, jongere zuster van vader of moeder
  2. (verouderd) gehuwde vrouw, dame
  3. vrouw, medewerkster
  4. huishoudster
  5. u, mevrouw, aanspreekvorm voor vrouwen van middelbare leeftijd
Schrijfwijzen
Synoniemen

Soendanees

Zelfstandig naamwoord

bibi

  1. (familie) tante, jongere zuster van vader of moeder
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.