biz
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordherkomst en -opbouw
- v: (verkorting) van bise(s)
- m: (verkorting) van business
Zelfstandig naamwoord
biz v
Zelfstandig naamwoord
biz m
- (spreektaal) handel, zaakje
- «Ecoute fils, ce biz ramène vite du pognon.»
- Luister jongen, dit zaakje brengt snel poen binnen. [1]
- «Ecoute fils, ce biz ramène vite du pognon.»
Verwijzingen
Turks
wij | |
---|---|
nominatief | biz |
genitief | bizim |
datief | bize |
accusatief | bizi |
locatief | bizde |
ablatief | bizden |
Persoonlijk voornaamwoord
biz
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.