business
Niet te verwarren met: Business |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: business (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɪznɪs / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- busi·ness
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, zie aldaar voor de verdere etymologie. In de betekenis van ‘zaken’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | business | |
verkleinwoord | businessje |
Zelfstandig naamwoord
de business m
- (bedrijfskunde) zaak [5], onderneming [1], bedrijf [1]
- Onder de bezielende leiding van Pierre Vinken is de wetenschappelijke tak uitgegroeid tot de core 'business van RELX.[3]
- (economie) zakenwereld
- (economie) handel
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Gangbaarheid
- Het woord business staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "business" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "business" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ business op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Aysso Reudink NRC 12 december 2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: business (US) (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud |
---|---|
business | businesses |
Zelfstandig naamwoord
business
- (bedrijfskunde) zaak [5], onderneming [1], bedrijf [1]
- (economie) zakenwereld
- (economie) handel
- aangelegenheid, zaak [3]
- agenda, programma [1]
- verplichting
- (eufemisme) ontlasting [2], grote boodschap
Hyponiemen
- [2] corebusiness, m-business, showbusiness
Uitdrukkingen en gezegden
- business as usual
Afgeleide begrippen
|
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Zelfstandig naamwoord
business m
- (spreektaal) (duister) zaakje
- «J’ai un business de mobile si ça t’intéresse.»
- Ik heb een deal met mobieltjes, als je interesse hebt. [1]
- «J’ai un business de mobile si ça t’intéresse.»
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.