bladluis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bladluis (hulp, bestand)
- IPA: / ˈblɑtlœys / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- blad·luis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van blad en luis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bladluis | bladluizen |
verkleinwoord | bladluisje | bladluisjes |
Zelfstandig naamwoord
de bladluis v / m
- (halfvleugeligen) Aphidoidea klein plantenetend schadelijk insect dat zich met stekende en zuigende monddelen (stiletten) passief voedt met sappen uit het floëem. Het floëemsap stroomt door de zeefvaten en staat onder hoge druk. Het wordt door de plant in het voedselkanaal van de bladluis geperst zodra de stiletten een floëemvat aanprikken
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- appelbloedluis, beukenbladluis, dromedarisluis, druifluis, gewone rozenluis, groene appeltakluis, groene perzikluis, iep-grasluis, melige koolluis, wollige slawortelluis, zwarte bonenluis
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord bladluis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bladluis" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.